|
||||||||
|
Lang voordat de markt overspoeld werd met goedkope copycat-releases van lage kwaliteit, stond ROCKSTAR Records samen met ACE Records en Bear Family Records bekend om hun heruitgaven van hoge kwaliteit en hun “Killer-No-Filler”-ideologie. RR slaagde waar grote labels faalden, door de muziekfans te voorzien van zowel uitgegeven als niet-uitgegeven muziek van klassieke R'n'R-artiesten. Atomatic en Koko Mojo Records zijn zelfstandige divisies van het bvba Rockstar Records Limited. Het Rockstar Records label werd opgericht in 1979 en is gevestigd in de UK in het Spindrift Records House in Clacton-on-Sea in het graafschap Essex. De zetel van KM Records is gevestigd in de tweede grootste stad van Ierland, Cork. Het doel van Koko Mojo Records is heel simpel: onder de noemer Blues/R&B dansbare muziek uit de jaren 1950 uitbrengen. Hun cd-compilaties zijn samengesteld door ervaren dj's en hun belangrijkste doel is om je te laten dansen “From Argentina via Los Angeles to Ireland, from Blues to Hillbilly and Rockabilly...”. Er dient hierbij opgemerkt te worden, dat er een verschil is tussen de originele, traditionele r&b (een term die uit de jaren voor WOII stamt en die staat voor stevige, rauwe muziek, die zich meer richt op jazz, gospel en blues) en de hedendaagse, moderne r&b (een muziekgenre dat er wel wat van wegheeft en dat een combinatie is van soul, funk en hiphop). Moderne r&b werd populair na het discotijdperk van de jaren tachtig. De huis DJ, die heelwat cd’s voor KM compileerde is Victor Mac, beter bekend als “Little” Victor, The Beale Street Blues Bopper en ook DJ “Mojo” Man. Mac is een Italiaans-Amerikaanse blues en roots zanger, gitarist en mondharmonicaspeler. Daarnaast ook vinyl verzamelaar, musicoloog, entertainer, dj, songwriter en producent. Hij is vooral bekend door zijn samenwerking met Louisiana Red op de albums ‘Back to the Black Bayou’ (2009) en ‘Memphis Mojo’ (2011). In 2018 bracht Victor ‘Deluxe Lo-Fi’ uit. Het album werd opgenomen in een periode van acht jaar met verschillende muzikanten, waaronder de Downhome Kings, Kim Wilson, Big Jon Atkinson, Rusty Zinn, Carl Sonny Leyland, Steve Lucky en Harpdog Brown. Het werd in hetzelfde jaar in het VK door The Blues Lounge verkozen tot "Album of the Year" en ook in Scandinavië door het tijdschrift Blues News. Doowop is een vorm van r&b, gekenmerkt door a capella met een pakkende melodische lijn en een eenvoudige beat met weinig of geen instrumentatie. De stijl ontstond onder de Afro-Amerikaanse jeugd in de steden in het noordoosten van de VS en kende zijn hoogtepunt in de fifties. Vaak zong het achtergrondkoortje ritmische niets-betekenende woorden of onomatopee, waaruit ook de naam van de stijl te herleiden is. Na de piek in de fifties zakte de populariteit weer weg in de sixties. Uit de doowop ontwikkelde zich in de late jaren 1970 de humanbeatboxstijl. BLUES meets DOO-WOP VOL.4 Dat het de bedoeling is om stijlen bij elkaar te brengen, wordt al meteen duidelijk met de opener waar de gróótste van de “3 Kings”, Riley Ben “B.B.” KING voor “Please Except My Love” in de studio stond met THE VOCAL CHORDS. Het nummer van Clarence Joseph Garlow was het A-kantje van een 45-toeren single die in 1958 uitgebracht werd bij het Kent label. BB zingt het zeemzoete nummer samen met The Vocal Singers. Je kan het terug vinden op B.B.’s ‘The West Coast Years 1954-1958’. Wie er toen meezong, is voorlopig nog een open vraag. Daarna is het de beurt aan WILLIE DIXON with THE MOONGLOWS (met o.a. Bobby Lester, Harvey Fuqua, Pete Graves & Prentiss Barnes) voor de Broadwater/Dixon original, “29 Ways” . Het nummer dat Dixon schreef met Eleonor Broadwater (de dame die vermoedelijk meeschreef aan “Susie Q”!) is, gezien de gospel en country invloeden, muzikaal totaal verschillend. Er volgen daarna nog méér interessante “samenwerkingen” die perfect dat uitleggen wat ik eerder bedoelde! Ik noem OTIS WILLIAMS & His CHARMS met “Blues Stay Away from Me”, HANK BALLARD & The MIDNIGHTERS met “I’m Crying Mercy Mercy”, MEMPHIS SLIM with The VAGABONDS met hun “Mother Earth” en JIMMY WITHERSPOON with The LAMPLIGHTERS en hun “Move Me baby”. Otis Williams & The Charms was in de jaren 1950 een Amerikaanse vocale doo-wop groep, die oorspronkelijk werd aangekondigd als The Charms. Williams is geen familie van Otis Williams van The Temptations. De overige “Einzelgänger”, soms wat minder bekenden, zijn verder o.a. BABY WASHINGTON met “Congratulations Honey” en DOROTHY PRINCE met “I Lost My Love”. In 1956 sloot Baby Washington zich aan bij The Hearts en werd het jaar daarop soloartieste. Ze nam aanvankelijk op op Donald Shaw's Neptune Records en scoorde in 1959 twee hits: "The Time" en "The Bells" en "Nobody Cares" in 1961. Washington is nog steeds actief als live artieste en treedt meerdere keren per jaar op aan de Oostkust. Als bands vind je verder o.a. THE ENCHANTERS met “Bottle Uo and Go”, THE DEL VIKINGS met “Woke Up This Morning” en FOUR CHICKADEES met “Teenage Blues” op de tracklist. Corinthian Kripp Johnson (1933-1990) was in 1955 één van de oprichters van de doo-wop band The Del Vikings. Tot zover het vierde deel van deze erg boeiende Koko-Mojo BLUES meets DOO-WOP serie.
|